Een ‘jump-start’ in coronatijd: hoe is dat?

Nieuw in het bestuur

Een maand geleden gingen we in gesprek met Jamilja van der Meulen en Jeroen Brouwer. Twee TNO’ers die besloten om naast hun baan actief te worden in het bestuur van Pensioenfonds TNO. Hoe is dat? Ze startten in een bijzondere tijd: net voordat de coronacrisis losbarstte. Tijdens dit interview blikken ze terug en delen ze hun ervaring.

Jamilja van der Meulen

Jamilja van der Meulen werkt bij Circulaire Economie en richt zich als clustertrekker op kennisontwikkeling op het vlak van tools en methoden om verduurzaming richting te geven en te versnellen, zoals monitoringsmodellen en het inschatten van impact bij veranderingen. Jamilja werkt ruim 3,5 jaar bij TNO.

Jeroen Brouwer

Jeroen Brouwer is senior onderzoeker en projectmanager voor de unit Strategic Analyses and Policy, vanuit expertise op duurzame transformaties van de gebouwde omgeving. Zo is hij betrokken bij een Europees project voor ontwikkeling van positieve energiedistricten. Het gaat daarbij om de haalbaarheid te demonstreren om steden in 2050 CO2-neutraal te laten zijn conform het klimaatverdrag van Parijs. Jeroen werkt al 13 jaar bij TNO.

Wat doe je naast je bestuurswerk bij Pensioenfonds TNO?

Jeroen vertelt dat hij naast zijn werk ook commissaris is bij een woningbouwcorporatie in Someren om op die manier bij te dagen aan sociale huisvesting in de regio. “Ik heb daar bovendien veel kennis opgedaan op het gebied van risk, finance en control. Dat is natuurlijk een mooie ervaring die ik meebreng.” Jamilja is naast haar werk tevens rekenkamerlid bij de gemeente Dronten en bestuurslid (penningmeester) bij de Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies. Ze doet daar bestuurswerk dat gericht is op de professionalisering van rekenkamers en rekenkamerleden.

Jamilja van der Meulen:
“Een pensioenfonds zie ik als een grote investeerder die de economie in een bepaalde richting kan bewegen, bijvoorbeeld een meer duurzame richting.”

Waarom ben je actief geworden bij Pensioenfonds TNO?

“Een HR Adviseur bij ECN, waar ik eerst werkte, had me al eens getipt op een vacature van het Pensioenfonds”, vertelt Jamilja. Toen was het niet het moment, maar laatst dus wel. “Ik ben graag betrokken bij het pensioenfonds. Dat heeft een lange historie. Ik heb eerst bij een vakbond in het bestuur gezeten en toen had ik al interesse in pensioenfondsen. Het heeft ook een link met mijn werk. Een pensioenfonds zie ik als een grote investeerder die de economie in een bepaalde richting kan bewegen, bijvoorbeeld een meer duurzame richting. Ik wil daar graag bij betrokken zijn. Naast het feit dat het een grote investeerder is, gaat het natuurlijk ook over ons pensioen. Ik vind het belangrijk dat keuzes goed zijn afgewogen voor alle betrokkenen.”

Jeroen Brouwer:
“Ik heb de overtuiging dat een goede pensioenregeling enorm belangrijk is. Na gedane arbeid biedt het werkenden een belangrijke inkomensvoorziening.”

Ook Jeroen heeft veel affiniteit met pensioenen. “Sinds ik actief ben in de medezeggenschapsraad van TNO was ik ook lid van de commissie pensioenen. De keuzes en dillema’s waar een pensioenfonds mee te maken heeft, boeien me.” Jeroens interesse was dus snel gewekt toen de vacature van Pensioenfonds TNO voorbijkwam. “Ik heb de overtuiging dat Nederland een goed pensioensysteem heeft. Na gedane arbeid biedt het werkenden een belangrijke inkomensvoorziening. Een goede pensioenregeling is enorm belangrijk. Wel zijn veranderingen in het huidige stelsel nodig; het piept en het kraakt. Ik vind het bijzonder om die verandering mee te maken en mede te mogen bepalen hoe de nieuwe pensioenregeling er straks uitziet.”

“Ik moest natuurlijk wel een keuze maken tussen het commissiewerk voor de medezeggenschapsraad van TNO en het Pensioenfonds”, geeft hij aan. “Anders zou ik twee verschillende petten op hebben. Kijk bijvoorbeeld naar de premievaststelling. Bij de medezeggenschapsraad bekijk je dat vanuit het perspectief van werknemers en bij het bestuur van het Pensioenfonds moet je de hele breedte overzien en alle belangen afwegen. Het bestuur beziet hoe het voor iedereen uitpakt.”

Voldoet het aan je verwachtingen?

In september 2020 is de benoeming van Jeroen als bestuurslid voor Pensioenfonds TNO goedgekeurd door De Nederlandsche Bank en de benoeming van Jamilja was in januari 2021 een feit. Daarvoor waren ze aspirant-bestuurslid. Jeroen vertelt dat het een bijzonder jaar was om te starten. “Ik begon in januari 2020 net voor de coronacrisis. Dat was dus niet bepaald een rustig jaar. Wat dat betreft was het heel anders dan gedacht. Door de coronacrisis heb je een soort jump-start. Zo werd het crisisteam geactiveerd en waren er kort cyclische checks. Je maakt zo’n periode intensief mee. Tegelijkertijd schept het ook vertrouwen. Je merkt van heel dichtbij hoe alles in goede banen wordt geleid.” Jamilja herkent dat. “Wel is het fijn”, geeft ze aan, “dat we laatst weer samen op locatie hebben kunnen vergaderen.” Uiteraard verliep dat volgens de richtlijnen. “Wat je dan merkt is dat je net wat meer persoonlijke interactie hebt, waardoor je mensen beter leert kennen. Dat is gewoon prettig.”

Wat Jamilja opviel tijdens haar pensioencursus, in gesprek met andere cursisten over hun pensioenfonds, is dat het bij Pensioenfonds TNO vrij goed geregeld is. “Dat merk je bijvoorbeeld aan de voltalligheid van het bestuur bij vergaderingen. Iedereen heeft zich goed voorbereid en er is goede sturing. Suzanne van Kooten, bestuursvoorzitter, zorgt bijvoorbeeld dat iedereen aan het woord komt. Ook wordt er niet iets beloofd wat niet waargemaakt kan worden. Daar is Pensioenfonds TNO heel scherp op. Er zit een goed bestuur, dat slim en kritisch is, en dat is een geruststelling als je start in het bestuur. Het bestuur bestaat bovendien uit heel verschillende personen, die elkaar goed aanvullen. Daarbij hebben mensen er plezier in en dat is natuurlijk fijn.” Jeroen vult aan dat er een vergadercultuur is met ruimte voor kritische vragen. “Neemt niet weg dat er op een gegeven moment uiteraard een besluit genomen moet worden. Dus soms is een compromis nodig.”

Jamilja van der Meulen:
“Als je bij TNO werkt, dan ben je niet dom en dan kun je dit zeker ook allemaal leren.”

Zo’n start in het bestuur is natuurlijk wel een intensieve tijd. “Dat kan ook haast niet anders”, geeft Jamilja aan. “In een korte tijd komt er veel voorbij. Tijdens de cursus krijg je bijvoorbeeld veel informatie over pensioenwetgeving, de Pensioen Code, uitleg hoe De Nederlandsche Bank werkt, etc. Naast al het financiële komt ook de niet-financiële kant van pensioenen aan bod. Al die informatie is nodig om je bestuurswerk goed te kunnen doen.” Als je nog niet zo thuis bent in pensioenen, is dat dan te doen? Jamilja vertelt dat het een goede cursus is waarbij diverse methoden gebruikt worden om alles uit te leggen. “Als je bij TNO werkt, dan ben je niet dom en dan kun je dit zeker allemaal leren”, vertelt ze enthousiast. “Die basisopleiding is echt nodig”, vult Jeroen aan. “Het is complexe materie. Het fijne daarbij is dat je als aspirant-bestuurslid gelijk alles in de praktijk ziet en dat vult elkaar goed aan.”

Jeroen Brouwer:
“Het gaat er niet primair om of je persoonlijk invloed kunt uitoefenen. Het voltallige bestuur is aan zet. Je draagt als bestuurslid bij aan het collectief.”

Heb je invloed uit kunnen oefenen?

“We hebben een stevig bestuur”, vertelt Jamilja. “Je krijgt als het ware sneller antwoord dan dat je je vraag kunt stellen. Dat zou het gevoel kunnen geven dat je als nieuw bestuurslid niet kunt bijdragen, maar dat valt zeker mee. Achteraf blijkt dan bijvoorbeeld dat de opmerking die je maakte een plek heeft gekregen. Langzaam merk ik dat ik zeker een nuttige bijdrage kan leveren.” Jeroen herkent dat: “Zo’n eerste jaar ben je vooral bezig om de onderwerpen te volgen en de discussie te begrijpen.” Daarbij heeft hij nog een belangrijke nuancering als het gaat om invloed uitoefenen. “Het gaat er niet primair om of je persoonlijk invloed kunt uit oefenen”, zegt Jeroen. “Het voltallige bestuur is aan zet. Je draagt als bestuurslid bij aan het collectief. Het is belangrijk dat er goede discussies worden gevoerd.” Jeroen herinnert zich bijvoorbeeld de sessie met de risicomanager over het beleven van risico’s, waarin het ging over de analyse van het omgevingsrisico. “Klimaat stond er nog niet apart bij als risico. Inmiddels is dat als aparte categorie opgenomen en zo heb ik vanuit mijn visie iets in kunnen brengen.”

Wat zou je potentiële nieuwe leden mee willen geven?

Jeroen vertelt dat je de eerste tijd bezig bent met een zoekproces. “In het begin belde Jamilja me een paar keer en dan praat je daar samen over. Hoe is de bestuurscultuur? Hoe werkt deze organisatie? Dat zijn vragen die je bezighoudt. We konden dat zoekproces en die start samen doormaken. Dat is prettig. Dus zorg dat je als nieuw bestuurslid in die begintijd iemand hebt vanuit het bestuur om af en toe even mee te bellen.” Jamilja geeft aan dat je vooral niet gelijk van jezelf hoeft te verwachten dat je kunt bijdragen. “Het is belangrijk dat er diversiteit is in het bestuur. Daar waken we voor. Ieders geluid moet tot z’n recht komen als het gaat over pensioenopbouw en pensioenuitkering. Dus als je actief wilt worden in het bestuur van het Pensioenfonds en je bent vrouw of jonger dan 40, weet dat jouw bijdrage in het bestuur waardevol is. Laat je niet afschrikken door de complexiteit, want dat is met de nodige inspanning te doen, en gun jezelf de tijd om de materie eigen te maken, ieder bestuurslid heeft die tijd nodig.”